Modern maaibeheer houd rekening met beestjes, vlinders en bijtjes.
Dat doet men met sinus maaien. In plaats van een heel veld in een keer te maaien, deelt men dat veld op in stukken die om de paar weken gemaaid gaan worden. Zodat je altijd stukken hebt met hoog gras en laag gras. In het hoge gras krijgen kruiden een kans om te bloeien en kunnen de dieren, die in het veldje vertoeven zich verschuilen. En als de grasmaaimachine komt maait de maaier niet gelijk allerlei beestjes plat, want ze kunnen vluchten naar het hogere gras.
Sinuspaden worden niet recht gemaaid maar slingerend. Het lijkt of de maaier dronken is. Maar deze paden zijn zeer aantrekkelijk voor vlinders. Vlinders zijn dol op randen, daarom vliegen ze vaak langs bosranden. Zo'n slingerend pad met aan twee kanten hoog gras is voor vlinders een ideale rand.
In het Voedselbos in ons parkje worden de weides zo gemaaid, dat er altijd nog wat schuilplekken zijn voor dieren. En als de maaier mooie bloemen ziet staan, maait hij er netjes omheen. Dit waarderen de bijtjes weer, die er hun voedsel halen.
Ook worden paadjes en doorkijkjes in het hoge gras gemaaid. Het maakt de weides ook voor ons bezoekers aantrekkelijk. Kruiden krijgen met dit maaibeleid een kans uit te groeien, te bloeien en zaad te zetten. Dit bevordert de biodiversiteit.
De maaiers zijn heel blij met de machines die het werk gemakkelijk en leuk houden. Met dank aan de gemeente Almere voor het gebruik ervan.
Meer weten, lees bij de vlinderstichting meer over sinus maaien, sinus paden en vlinders.
Op de foto van Suzanne, Chris en Jan in de maaibolides. tekst: Alice
